Voorwoord
Jong geleerd
JONG GELEERD
De leefomgeving van een kind in ontwikkeling is van doorslaggevende betekenis in het latere leven als volwassene. Een goede opvoeding, mogelijkheden voor ontplooiing, veiligheid en eerlijke kansen voor alle kinderen maken dat ze kunnen opgroeien tot gelukkige volwassenen waar de maatschappij later op kan bouwen. Goed onderwijs is daarvoor een voorwaarde en biedt handvatten voor het bevorderen van de leefbaarheid in de buurten en wijken. Speciale aandacht is nodig voor het goed samenwonen in de gemengde wijken. Het inburgeringsonderwijs wordt daarop afgestemd.
Jeugd: De SP pleit voor een kindvriendelijke stad, die ruimte biedt aan kinderen en jongeren. Het gaat dan om fysieke ruimte, door te zorgen voor voldoende veilige speel- en hangplekken, die samen met de jeugd zijn vormgegeven, maar ook om ruimte om mee te denken over beleidskeuzes die jongeren raken. Nu de gemeente sinds 2015 verantwoordelijk is voor de Jeugdzorg, is het des te belangrijker dat de gemeente de voorwaarden schept voor een goede start in het leven. Door te investeren in laagdrempelige opvoedingsondersteuning, preventie en voorlichting en door tijdig te signaleren en in te grijpen als er iets mis dreigt te gaan.
Onze speerpunten:
• Een kindvriendelijke stad zorgt ervoor dat kinderen de ruimte hebben. In wijken dienen genoeg schone, veilige speelvoorzieningen te zijn, die ook daadwerkelijk door kinderen worden gebruikt en niet door anderen (hangen, uitlaatgebied). Buurtbewoners worden betrokken bij de inrichting en het beheer van de speelvoorzieningen in hun wijk.
• Ook voor jongeren dient er plek te zijn in de wijk en in de stad. Er moeten voldoende uitgaansgelegenheden zijn, waarbij er ook aanbod moet zijn in het kader van alcoholvrij opvoeden (NIX18).
• Laagdrempelige opvoedingsondersteuning voor ouders blijft van groot belang en dient bij voorkeur binnen de scholen of kindcentra in de wijk zelf aanwezig te zijn. Het Centrum voor Jeugd en Gezin dient meer te zijn dan een website.
• Kinderen en jongeren dienen betrokken te worden bij (beleids)kwesties in de stad die hen aangaan. De jongerenraad kan hierin een rol spelen, evenals jongerenorganisatie Code043.
• In het kader van jongerenwerk wil de SP het straathoekwerk weer invoeren. Die methodiek heeft onze voorkeur. Het is een proactieve, laagdrempelige manier van werken, die tegelijkertijd bureaucratie- en protocol-arm is en breed kan worden ingezet (preventie schooluitval/ dak- en thuisloosheid/radicalisering)
• Binnen het onderwijs en de jeugdzorg dient extra aandacht te zijn voor de kwetsbare overgangsgrens van 18 jaar. Jongeren vallen dan niet meer onder de jeugdwet en moeten zelf voorzieningen aanvragen in het kader van Wmo en/of Participatiewet.
• Het schoolmaatschappelijk werk moet worden versterkt, zodat jongeren geholpen kunnen worden bij hun persoonlijke financiële en/of sociale problemen. Dit geldt voor alle jongeren: van middelbaar onderwijs en ROC tot Hogeschool en Universiteit.
Onderwijs: Onderwijs vormt de basis voor een inclusieve, tolerante samenleving. Recente onderzoeken hebben echter aangetoond dat de ongelijkheid in het onderwijs groeit. De SP is tegen segregatie en voor diversiteit binnen het onderwijs. De beste manier om met diversiteit te leren omgaan is om vroeg te leren over elkaars verschillen èn door het herkennen van overeenkomsten. Daarom moeten kinderen samen naar school gaan; zowel in het basis- als in het middelbaar onderwijs. Onderwijs bevordert bovendien de samenhang in de buurt. In het kader van leefbaarheid is het belangrijk dat we onderwijs in de buurt behouden.
Onze speerpunten:
• Onderwijs dient toegankelijk te zijn voor iedereen. De SP heeft een voorkeur voor openbaar onderwijs of algemeen bijzonder onderwijs, gebaseerd op didactisch-pedagogische principes (Dalton, Montessori, Vrije school).
• Steeds meer kinderen verlaten de basisschool zonder zwemdiploma. De gemeente moet deze trend keren door schoolzwemmen weer in te voeren.
• De SP maakt zich hard voor brede scholengemeenschappen in het middelbaar onderwijs waar leerlingen van verschillende niveaus samen naar school gaan en elkaar ontmoeten. Bovendien zijn de mogelijkheden voor doorstroom (op- en afstroom tussen onderwijsniveaus) dan optimaal.
• De SP is van mening dat het met het oog op leefbaarheid en diversiteit belangrijk is dat er middelbaar onderwijs beschikbaar blijft aan beide zijden van de Maas. Een grootschalige onderwijsboulevard past niet binnen die visie.
• Het vestigen van zogenaamde ‘Juniorcolleges’ aan beide zijden van de Maas zien wij als een goede variant op de brede scholengemeenschappen. Daarbij gaan alle leerlingen voor de eerste twee à drie jaar van het voortgezet onderwijs, of in Maastricht West, of in Maastricht Oost naar een juniorcollege. Na de definitieve bepaling van het eindexamenniveau stromen leerlingen dan door naar de gespecialiseerde locatie waar zij verder onderwijs kunnen volgen en eindexamen kunnen doen.
• Het vroegtijdig schoolverlaten blijven we actief bestrijden, evenals het niet naleven van de leerplichtwet. Kinderen van statushouders en vluchtelingen (ISK) behoeven hierbij extra aandacht.
Inburgeringsonderwijs: Het hoofdmotto van de SP is: ‘Niet apart, maar samen’. Dat betekent samen wonen in gemengde wijken, samen naar school gaan op gemengde scholen en samen werken en bouwen aan een gemeenschappelijke toekomst. Inburgering is daarbij belangrijk. Het inburgeringsonderwijs dient niet enkel een zaak van slagen of zakken te zijn, maar een proces dat behalve op leren, gericht is op kennismaking, ontmoeting en meedoen.
Onze speerpunten:
• De regie over het inburgeringsonderwijs berust bij de gemeente en moet nieuwe Maastrichtenaren wegwijs maken in de samenleving. Dit dient behalve taal, meerdere levensterreinen te omvatten en gericht te zijn op leren door ontmoeten.
• De gemeente zet zich in voor een complementair programma. Dat programma zorgt – naast het verplichte inburgeringsonderwijs – voor een praktijkcomponent die is gericht op het oefenen met de Nederlandse taal en kennismaking met de stad Maastricht. Hierbij dient een koppeling te worden gelegd tussen het onderwijs, de vrijwilligerssector en de arbeidsmarkt.
• De gemeente moet zich actief blijven inzetten om laaggeletterdheid te bestrijden. Hierbij moet ook aandacht zijn voor digitale basisvaardigheden.